15 Mei – 2 juni: Finland en Zweden, week 3
Om een uur of tien vertrokken we uit Ramsjö en het plan was richting Mora te gaan. Vlak na het dorp was een afslag ‘binnendoor’ en dat leek een mooie route op de kaart. Maar toen we er eenmaal reden bleek de weg 20 kilometer onverhard te zijn, het leek mooi maar was nat en glimmend, niet echt met grint of gravel. We hebben zo’n 500 meter geprobeerd maar zijn toch teruggegaan. De hoofdroute duurde veel langer maar ja, we hebben vakantie dus wat maakt het uit. Onderweg zagen we eerst één kraanvogel en even later een hele groep van maar liefst 43 kraanvogels! Wat zijn het toch schitterende vogels:


Ook kwamen we door Ljusdal waar een opvallende kerk stond. Daar zijn we even gestopt en Teijo is naar binnen geweest terwijl ik ondertussen een geocache in de heg vond.


Door het geocachen kom je soms ook op plekken waar je (wij tenminste wel) normaal gesproken zo voorbij rijdt omdat je het niet weet. Zo zagen we dat er een geocache op onze route was te vinden in een soort van tuin genaamd Jolls Trådgård, van Jonas Joll Svensson geboren 1807-1897. Hij had een moeilijke jeugd en er heerste veel armoede. Nadat hij een gevangenisstraf op Långholmen had uitgezeten, kwam hij naar Hamra. In de jaren 1860 begon hij met de aanleg van zijn tuin. Erg leuk om te zien wat er nog van over is. Er zijn plannen om het opnieuw in te richten. Wij zagen iets wat ons deed denken aan de Lost Gardens of Halligan in Cornwall, Engeland, daar zagen we zoiets vorig jaar ook:






Een eindje verder kwamen we door Emådalen. Een dorpje aan de rivier de Emån met geschiedenis, inmiddels is er niets meer van over. Aan het einde van de 19e en het begin van de 20e eeuw groeide het dorp door de grootschalige kap van bomen in het bos en de aanleg van de Inland Railway Line met een lengte van 1288 kilometer tussen Kristinehamn en Gällivare. Het dorp had destijds zowel een school als een winkel. De watertoren werd gevuld met water voor de stoommachines die de spoorlijn gebruikten.


In de loop van de middag zijn we gestopt in Natuurreservaat Lindänget, een prachtig gebied met een groot meer en veel vogels. We zagen direct al een kraanvogel, verder wulpen, kieviten, grasmussen en vooral veel kokmeeuwen die daar broeden. We mochten daar ook overnachten en we waren niet de enigen. Ook waren hier regelmatig Zweedse vogelaars. Eentje vergat zijn vogelboek én bril:




De volgende dag reden we verder naar Mora. Het was Hemelvaartsdag en redelijk rustig in de stad. We hebben hier ook een aantal geocaches gezocht en gevonden.



Na Mora reden we door naar Nusnäs waar de bekende Dalarna paardjes gemaakt worden. Het gaat tegenwoordig met een robot, maar het was leuk om er even te kijken en door de werkplaats te lopen.




We hebben hierna nog een stuk gereden en nog bij een meer gestaan. Voor de overnachting kwamen we via Park4Night (#179828) terecht in Grythyttan, een erg afgelegen plek, wederom aan een meer. Hier had zich een stel Duitsers gevestigd en zij wonen werkelijk op een schitterende locatie. Het is wel afgelegen want je moet eerst 8 kilometer over een gravelpad om er te komen. Het was hier heerlijk rustig en we hebben ons gewoon uit kunnen slapen voor de verandering. Naast de camper stond een voederhuisje en daar kwamen steeds goudvinken een zonnebloempitje halen.




’s Nachts was het begonnen te regenen, dat was wel jammer want we hadden hier nog wel een nacht willen blijven. Maar het zou de hele dag doorregenen dus besloten we toch maar verder te gaan.
Wordt vervolgd, nog een paar dagen tot het einde van deze reis.